Reclameman, wereldverbeteraar, schrijver, bedenker, creatieve duizendpoot, ….. niet gemakkelijk om te omschrijven wie Guillaume Van der Stighelen eigenlijk is. Je kan het ook samenvatten als “toffe kerel”. In Antwerpen zouden ze zeggen “ne goeie gast”.
“Believer” van het eerste uur…. En ervaringsdeskundige als het op een darmonderzoek aankomt…Vrij snel na het onderzoek stuurde hij me spontaan deze tekst. Met zijn goedkeuring is dit zijn bijdrage als vierde van de “12 Wijzen” …
Voor de papjes moet je het niet doen.
Neem een beetje vanillepuddingpoeder, zet het een nacht in de regen en laat er alle katten en honden van de buurt even uit likken. Zoiets. Je moet er de dag voordien twee tot drie liter van drinken om je darmen leeg te spoelen. En spoelen doen ze. Alles komt er mee uit. Stukken hamburger uit je jeugd, een paprika uit Huehuetenango en nog een olijfpit van voor de golfoorlog. Je mag intussen wat eten, maar je krijgt een mooi lijstje met wat verboden is en wat mag. Kort samengevat: alles wat smaak heeft mag niet.
Dat is dus je voorbereiding. De hele nacht ligt je buik nog te rommelen en tegen de ochtend ben je er klaar voor. Je mag je gaan melden in de dagkliniek. Dat loopt vlot als je je identiteitskaart en je sis-kaart bij je hebt. Dan krijg je een kamertje. Heel netjes, met internet. Dat is geen luxe, want je ligt er de hele dag te wachten tot je darmen er klaar voor zijn. De code voor het internet kan je best vooraf even gaan halen bij de receptie, want je krijgt nog twee liter pap en je wil geen spoor achter laten in de gang, zegt de vriendelijke dame die je op de hoogte brengt van wat ze met je gaan doen die dag. Je moet die pap blijven drinken tot je stoelgang op heldere urine lijkt.
Tegen de middag wordt je bed naar de plaats van de misdaad gebracht. Je krijgt een baxter en je wordt op een soort operatietafel gelegd. Even later word je wakker met een zwanger gevoel. Er komt iemand bij je die je geruststelt. Je mag de lucht uit je buik best laten ontsnappen, je hoeft je niet te generen. Dat doe je dan en dan klapperen de deuren waar je straks doormoet , terug naar je kamer. Daar krijg je een broodje kaas en een kop thee of koffie van weer zo’n hele vriendelijke verplegende hulp. Het mag gezegd worden. Hotelketens uit de hele wereld kunnen veel leren van ziekenhuispersoneel.
Tegen een uur of vijf staat de dokter daar en die brengt uitgebreid verslag. Over bochten, lange stukken en eventuele oneffenheden onderweg. Je dikke darm is weer helemaal schoon vanbinnen. Als er een kanker zich wil installeren moet hij er nog eens tien jaar over doen, dus afspraak binnen vijf jaar of zo. Je staat meteen op uit je bed en wandelt buiten op wolkjes. Je wankelt niet, want de verdoving is een heel lichte slaap, geen zware narcose. Je weet er nauwelijks iets van, hoewel je toch aangeraden wordt niet te rijden met de auto.
Even later zit je in een restaurant in de buurt van het hospitaal want je wil eten. Veel en gezond eten. En je praat honderd uit over hoe schoon je je voelt binnenin. Tot grote verveling van wie er bij is. Je maakt de vergelijking. Als je je wagen binnen brengt voor een onderhoud ben je al gauw een paar honderd euro kwijt aan één mechanieker die een stekker in een computer steekt en wat olie vervangt. Een colonoscopie kost je geen tweehonderd euro – waarvan je het grootste deel terugbetaald krijgt – en je wordt een ganse dag omringd door de liefste mensen van de wereld. Vierduizend vijfhonderd slachtoffers gaat darmkanker dit jaar maken, en jij bent daar niet bij.