Vandaag, deze morgen, wordt een jonge man begraven. Hij is amper 29 jaar. Darmkanker.
Enkele dagen geleden kreeg ik een telefoontje, of ze 15 blauwe lintjes kon krijgen, in mooi frans.
Haar collega was overleden en iedereen van kantoor, ze zijn nog met 15, zou naar de begrafenis gaan en het blauwe lintje dragen.
Ze werkt in Brussel maar is veel op de baan en zou naar gelijk waar rijden om de blauwe lintjes op te halen.
Hij had zich meermaals aangeboden bij de dokter, in het begin met buikpijn, later met krampen. Hij was te jong voor darmkanker, geen arts had er aan gedacht.
Nu zijn ze hem aan het begraven. Een jongen met een mooie toekomst. Hij zou in februari naar Mauritius gaan, uitrusten na de zoveelste chemo.
Ik heb zijn naam niet durven vragen.
Hij zou dit jaar nog huwen. Haar grote verdriet deed me heel even denken dat zij misschien de bruid was maar ook dat durfde ik niet vragen.
Gisteren heb ik haar gezien. Afrit 18 Wommelgem/Wijnegem aan de groentekraam. Ze was onderweg van Luik naar Brussel.
Ze belde me “je suis là” en ik zag haar oprijden. Ik deed teken dat ze naast mij kon parkeren.
Een mooi jong meisje, amper even oud als haar collega, stapte uit, een glimlach van herkenning alhoewel we elkaar nog nooit ontmoet hadden. Zusters in dezelfde ellende. Darmkanker.
Ze had zo voor Miss België kunnen gaan, zo mooi maar verscheurd door verdriet. Snikkend omarmde ze mij. “Merci, merci”.
Haperend vertelde ze zijn verhaal, het verhaal van alle collega’s want allemaal hadden met afgrijzen het verloop van deze hallucinante gebeurtenissen gevolgd, dag na dag, anderhalf jaar lang.
Ze hadden alle 15 met hem meegeleefd, zijn pijn en angst gedeeld. Het heeft niet mogen baten.
Hij heeft de strijd verloren. Alle 15 zijn ze mee, met zijn familie en vrienden, de grote verliezers.
Nu wordt hij begraven. Omdat niemand kon vermoeden dat een jongen, zo jong, darmkanker kon krijgen.
Darmkanker heeft geen kalender. Darmkanker weet niet hoe oud je bent.
Marleen Wauters