82. Anabel D. 50 jaar

Mijn kreet galmde door de behandelkamer tijdens de coloscopie.

De dokter, de twee verpleegsters en ikzelf hadden net op het groot scherm een gezwel gezien in mijn dikke darm.

Ongeveer een jaar voordien was ik naar de dokter gestapt omdat ik me zo verschrikkelijk moe voelde. Ik had toen al langer vage klachten: constipatie, gerommel in mijn buik, weinig eetlust, gewichtsverlies. Ik sliep ook slecht en maakte me zorgen over vanalles en nog wat. Concreet had ik een doktersafspraak gemaakt omdat ik de dag voordien op de fiets ineens de wereld in 2-D zag, zonder diepte, alsof alles van bordkarton was. Ik zag ook vlekken en lichtflitsen aan de zijkant van mijn gezichtsveld.

Ik kwam buiten met antidepressiva.

“Iedereen in mijn kabinet is moe mevrouw, het lijkt alsof na corona iedereen moe is gebleven. Je voelsprieten staan te alert, met Escitalopram gaat dit minderen.”

Achteraf gezien is het makkelijk praten, dan kan je denken: men had toch eerst moeten uitsluiten of er fysiek iets aan de hand was. Maar mijn bloedwaarden waren OK, en de klachten konden ook echt op stress wijzen.

Fast forward enkele maanden later.

Ik voel me psychisch ‘beter’ maar fysiek nog steeds hetzelfde. Ik ben moe, voor elke activiteit moet ik mezelf oppeppen en ‘s nachts lig ik te luisteren naar het gerommel in mijn buik. In vergaderingen schaam ik me soms. “Nee, ik heb geen honger, het maakt gewoon lawaai”.

Rond Nieuwjaar is er een actie van het Rode Kruis, ik ga met collega’s mee om bloed te geven. Een dokter test me op bloedarmoede met een kleine vingerprik.  “Je hemoglobinegehalte is aan de lage kant, maar omdat je plasma geeft, mag je toch doneren.” Het Rode Kruis stuurt me achteraf ook een brief, met de raad om eventueel bij de dokter m’n bloed te laten controleren. Zo gezegd, zo gedaan. Hemoglobine staat laag, maar nog net binnen de grenzen. De waarden voor ijzer en ferritine daarentegen zitten onder de referentiewaarden.

Ik krijg ijzerpillen voorgeschreven.  “Het kan goed zijn dat je door dat ijzertekort zo moe bent.” zegt de dokter. Als mogelijke uitleg wordt de perimenopauze genoemd, ik heb de laatste maanden meer bloedverlies dan anders.

Omdat ik daar toch wat twijfels over heb – zoveel bloedverlies is het nu ook weer niet – ga ik naar de gynaecoloog. Ze stelt een klein myoom vast, waardoor ik inderdaad wat meer kan bloeden.

Ik blijf het gevoel hebben dat er iets méér aan de hand is. Ik begin zelf te zoeken naar wat de oorzaak van te weinig ijzerreserve kan zijn. Ik lees onder andere ‘inwendige bloedingen en kanker’. Ik herinner me een campagne van Stop Darmkanker, waarbij gezegd werd dat testen ook een goed idee is als je nog geen 50 bent.

Ik besluit zo’n test te doen. Hup naar de apotheek. Test is afwijkend.

Ik naar de dokter, die is op verlof en wordt vervangen door een jonge collega die m’n initiatief niet echt kan appreciëren. “Waarom precies heb je die test gedaan? Het merk is mij niet bekend, ik kan dit niet gebruiken om een coloscopie aan te vragen, dat zijn dure onderzoeken en een zware kost voor de gemeenschap.”

Ik kon uiteindelijk een ‘officiële test’ doen bij het labo, al was het niet gebruikelijk om dit te doen voor je vijftigste verjaardag. Die test was niét afwijkend. Wat nu?

Gelukkig kreeg ik net op dat moment de officiële test van het bevolkingsonderzoek in de bus.

Gelukkig stak ik mijn kop niet in het zand en vocht ik tegen de neiging om te denken ‘de test in het labo was niet afwijkend Anabel, het zal wel niets zijn, het zal wel stress zijn, het komt wel goed’.

Gelukkig deed ik de test, gelukkig was die wél afwijkend.

Gelukkig kwam ik op de behandeltafel terecht.

En zelfs al was de initiële wanhoop, angst en kwaadheid op mezelf zeer groot (ik vond dat ik zelf niet genoeg gedaan had met het onbestemde gevoel dat er iets niet in orde was in mijn buik), besliste ik, nog op de behandeltafel, om het leven te omarmen en om geen energie te steken in ‘wat als’.

Wat als het vroeger gevonden was? We gaan het nooit weten.

Als het later was geweest, zat ik nu in een lastiger parket, dat is wel zeker.

De tumor bleek bolvormig te zijn, zo groot als een flinke sinaasappel. Eén klier was aangetast. De chirurg heeft alles kunnen verwijderen, er is niets meer te zien.

Ik volg nu een ‘voornamelijk preventieve’ chemokuur, 6 maand om de 14 dagen. De derde sessie Folfox is achter de rug en de bijwerkingen vallen heel goed mee.

M’n leven staat wat op pauze. Ik ben niet bang, ik voel in m’n hart dat de tumor weg is, en dat ik verder zal kunnen leven zoals voordien. Zeker ben ik daar niet van, maar dat is zo voor iedereen.

Iedereen krijgt nu van mij te horen ‘dat het leven toch zo wonderschoon is’, en dat ‘ze de test niet in een schuifje mogen laten zitten’.

Ja, ik ontvang graag de nieuwsbrief

Meld je aan voor tips over omgaan met darmkanker, nieuws en acties van Stop Darmkanker per e-mail.

"*" indicates required fields

This field is for validation purposes and should be left unchanged.