Naar aanleiding van de Wereld Kankerdag werden op 4 februari de meest recente cijfers bekendgemaakt over darmkanker. Er werd een “world-ranking” gepubliceerd waarbij we toch even schrokken van de resultaten. We wisten dat we niet tot de beste leerlingen van de klas hoorden. Maar dat de situatie zo ernstig was verbaasde zelfs de grootste sceptici.
Onze Noorderburen staan zelfs op een weinig benijdenswaardige 5de plaats. Wij blijven met België net uit de top-10, maar een 11de plaats is echt “niet leuk” om maar eens een Facebook-term te gebruiken. Opmerkelijk dat de media hier geen aandacht aan besteed hebben. Moesten beide landen dezelfde plaats bekleden in de FIFA-ranking of op het Eurovisiesongfestival zou het wellicht wel uitgebreid aan bod komen. Met goed nieuws scoor je, met dit slecht nieuws wordt niemand niet graag geconfronteerd. Sluipmoordenaar darmkanker doodt iedere dag 580 Europeanen, dag in dag uit, reeds jaren aan een stuk. Iedere dag verliezen in Nederland 14 families en in België 8 families een dierbare aan darmkanker. Met méér kennis en méér informatie kan en moet dit aantal drastisch gereduceerd worden. Hiervoor zijn geen miljarden subsidies nodig. Onze vzw Stop Darmkanker heeft erg beperkte middelen. Deze rangschikking geeft ons extra energie om in de toekomst het gaspedaal nog verder in te duwen. Méér acties zijn nodig. Wat ons betreft beperken we dat niet alleen tot de maand Maart, de internationale maand tegen darmkanker.
Wat de precieze oorzaken van deze slechte klassering zijn blijft uiterst complex. Er zijn voorlopig meer vraagtekens dan uitroeptekens. Talrijke factoren spelen hierin ongetwijfeld een belangrijke rol: levensstijl, voedingsgewoonte, “het milieu” (tegenwoordig steeds als eerste met de vinger gewezen), erfelijke factoren, etc. Je kan er ongetwijfeld een heel ingewikkeld schema van maken voor een presentatie. Maar dat zal voorlopig nog geen duidelijke verklaring of oplossing kunnen geven.
Voor mij is deze ranking nog opmerkelijker. Wat betreft gezondheidszorg behoren beide landen (gelukkig) wel tot de betere wereldspelers. Het lijkt dan ook paradoxaal, zeker omdat darmkanker over alle eigenschappen beschikt om vroegtijdig te kunnen worden opgespoord. We hebben alle detectiemiddelen binnen handbereik. We beschikken over het ruimste arsenaal van behandelingen. We hebben bovendien wereldexperts in huis en toch staan de Lage Landen op die droevige 5de en 11de plaats.
De recente start van de bevolkingsonderzoeken naar darmkanker in Nederland en Vlaanderen is een uitgelezen kans om hier concreet iets aan te doen. België en Nederland zijn niet langer meer een blinde vlek op de Europese screeningskaart. Vroegtijdig opsporen van darmkanker moet ons in de toekomst uit die top-20 doen verdwijnen. Daarom is deelnemen misschien nog belangrijker dan winnen. Laat daar nu geen twijfel over bestaan. Goed georganiseerde screening van darmkanker heeft drie resultaten tot gevolg: minder sterfte door darmkanker, minder leed door darmkanker, minder kosten door behandeling. Economen spreken ook over “belangrijke winst in gezonde levensjaren”. Met kennis over het vroegtijdig opsporen van darmkanker te delen kan men die drie doelstellingen bereiken. Een moderne kennismaatschappij moet in staat zijn dat te doen. Sociale media kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. Over de drie doelstellingen bestaat geen enkele discussie meer, deze zijn uitgebreid wetenschappelijk onderbouwd.
Alle cijfers zijn bekend, je moet ze wel in het juiste daglicht plaatsen. Het daglicht van de patiënt die geconfronteerd wordt met darmkanker. Je hebt echter altijd mensen die er een andere mening op na houden. Die moet je steeds respecteren. Hun mening moet wel gebaseerd zijn op juiste informatie, juiste cijfers en correcte analyse. En laat nu dat juist het probleem of de valkuil van de statistiek zijn: “If you use numbers, use the right numbers”. Nadelen uitvergroten en voordelen minimaliseren getuigt van gebrek aan respect voor al diegenen die dagelijks met darmkanker te maken hebben. Alle nationale en internationale richtlijnen zijn nochtans duidelijk en glashelder: screening voor darmkanker redt levens.
De afgelopen weken heb ik bij onze Noorderburen bij herhaling cijfers en getallen horen citeren die absoluut niet stroken met de werkelijkheid. Jammer, want de nietsvermoedende en onwetende burger verdient beter en heeft recht op correcte informatie. Je hoeft hem niet bang te maken, maar eerlijke voorlichting duurt het langst. Openlijk oproepen om niet deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek is voor mij onbegrijpelijk. Ik vind dit intellectueel oneerlijk. Wanneer je langs de zijlijn toekijkt voel je wellicht minder de intensiteit van de strijd die zich op het veld afspeelt. In het midden van het slagveld hoor je de kogels om je heen fluiten en zie je het bloed om je heen. Van op afstand verlies je een belangrijke dimensie, de slachtoffer dimensie.
Het bevestigt anderzijds mijn stelling: de kennis over darmkanker is nog steeds ontoereikend. Er is nog veel werk aan de winkel. Met die 5° en 11° plaats kunnen we absoluut niet trots zijn op de strijd tegen darmkanker. Die moet flink worden opgevoerd. Aandacht voor een gezonde levensstijl speelt daarbij ongetwijfeld een belangrijke rol, maar er is veel meer nodig.
Als clinicus behandel ik patiënten, geen getallen. Aan de lezer van dit stukje geef ik één raad : als die enveloppe van het bevolkingsonderzoek in de bus valt, doe hem open en doe de test. De iFOB-test of “mascara”-test is poepsimpel.
En vergeet de “share”-knop niet. Ook jij kan een bijdrage leveren en levens redden!