Ik ben 25 jaar in dienst bij KBC Bank. De meeste jaren als kantoordirecteur, de laatste 4 jaar als vermogensplanner bij KBC Private Banking. Daarnaast zetel ik in tal van bestuursraden, hoofdzakelijk in de onderwijssector.
Ik moet je niet zeggen dat ik dus altijd een overvolle agenda heb. De laatste tijd had ik geregeld een ongemakkelijk gevoel in de buik. Altijd was er wel een reden te vinden: het middagmaal te vlug of zelfs niet genomen, vlug een broodje tussendoor, teveel koffie gedronken bij de klanten, een receptie teveel, enz… Het feit is dat de ongemakken even snel verdwenen als ze opkwamen.
Zo verstreek de tijd…weken, maanden…
Echter de ongemakken beïnvloedden des te meer mijn beroepsleven, zodat ik uiteindelijk mijn huisarts consulteerde. Daar ik toch ook wel ’s bloedverlies had in de stoelgang, stuurde hij mij door voor een endoscopie.
Zo gebeurde dit al de week erop. Voor het onderzoek was het noodzakelijk dat ik van binnen volledig gereinigd werd. Na het drinken van een zoutoplossing, was het anderhalf uur later zover. Het moet gezegd, van de endoscopie voel je daar amper iets van. Je wordt lichtjes verdoofd. De arts behandelt je ook beleefd en respectvol.
De diagnose viel, tijdens de endoscopie, als een bom: ‘een tumor in de endeldarm’. Het was een serieuze, emotionele schok: met één vingerknip verandert niet alleen jouw leven, maar ook dit van je hele gezin. Het nieuws thuis vertellen was dan ook een harde noot om kraken. Ik herinner me nog zeer goed dat ik lange tijd in de garage bleef staan, vooraleer ik durfde binnen te gaan. Je voelt je schuldig omdat je je vrouw en kinderen mee in dit moeilijk verhaal betrekt. Iedereen was dan thuis ook emotioneel echt aangedaan. We hebben mekaar goed vastgepakt en geweend. Dit was de start van een moeilijke periode.
Ik heb nog een week gewerkt, al mijn klanten persoonlijk nog verwittigd, en op 11 februari 2010 startte mijn intensieve behandeling. Eerst 25 bestralingen gecombineerd met chemotherapie. Gevolgd door acht weken rust om terug op krachten te komen.
Op 19 mei werd ik geopereerd: volledige wegname van mijn endeldarm en een stuk van de dikke darm. Na zo’n zware operatie ben je volledig uitgeput. Jammer genoeg werd ik achtervolgd door pech. Ik werd getroffen door een lekkage: de darmnaad kwam los gevolgd door een zware infectie. Het oplossen van dit probleem heeft het uiterste van mijn krachten gevraagd: in de kortste keren was ik 12 kg vermagerd en was ik totaal futloos. Mijn bed en de zetel was het enige wat ik nog tegenkwam.
Het duurde zelfs tot juli vooraleer ik weer ‘mens’ kwam.
Het zware aan de behandeling van kanker, is dat er telkenmale, als je je weer beter voelt, een nieuwe behandeling volgt: eerst de bestraling en chemotherapie. Na hiervan hersteld te zijn: de operatie. Na hersteld te zijn van de operatie: nog 4 maand chemotherapie.
Eind november 2010 had ik mijn laatste chemokuur. Gelukkig kon ik die goed weerstaan. Ik werd er niet echt ziek van. Wel moedeloos.
Op 9 december nog ’s onder het mes: het verwijderen van mijn tijdelijke stoma. Ja, ik heb 6 maanden een stoma gehad. Dit was noodzakelijk omdat ik na mijn operatie in mei nog maanden chemo kreeg. Eerst was dit zeer confronterend, maar naderhand viel dit allemaal nogal goed mee. Een knipoog naar de zeer goede thuisverpleging!
En dan de laatste rechte lijn: de uiteindelijke revalidatie! De eerste maanden waren superzwaar. Een spijsverteringsstelsel zonder endeldarm en een stuk van de dikke darm weg, is als met de wagen rijden met een wiel eraf.Maar uiteindelijk past je lichaam, met vallen en opstaan, zich aan. Als je het derde wiel van de wagen achteraan in het midden bouwt, kan je ook de baan op, maar is rijden op de autostrade wat moeilijker.
Ik bedoel daar mee, ik ga en sta weer waar ik wil, maar ik hou rekening met mijn beperking. Er zijn twee belangrijke zekerheden in gans mijn verhaal.
Ten eerste ben ik uiterst tevreden van gans het team die me redde: huisarts, oncoloog, radioloog, gastro-enteroloog, chirurg, verplegend personeel. Enkel voor de revalidatie zou er meer steun mogen zijn. Technisch is het opgelost, maar voor de naweeën is toch wat meer hulp nodig.
Ten tweede is je partner jouw steun en toeverlaat. Een ‘sterke’ partner die je bijstaat is noodzakelijk. Want het wordt zo vlug gezegd :’ik weet wat kanker is, mijn broer of tante of nonkel enz… hebben ook kanker gehad…”
Je weet pas maar wat het is als kanker aan je eigen voordeur klopt én binnenkomt!
Ik kan maar één raad geven. Zorg ervoor dat je die voordeur niet moet opendoen, luister naar de taal van je lichaam en laat je op tijd preventief onderzoeken. Had ik me vroeger laten onderzoeken dan had ik al die ellende niet hoeven mee te maken. Ik heb nu een tweede kans gekregen en ik zal er volop van genieten!